Sinds een jaar of twee ben ik mijn eigen trainer. Ik heb grofweg een plan in mijn hoofd welke trainingen ik wanneer uit wil voeren. Als ik ’s ochtends mijn loopschoenen aantrek, in het water duik of op de fiets spring weet ik pas echt wat ik ga doen. Mijn werk van de vorige dag, hoeveel ik heb geslapen en het ‘gevoel’ bepalen uiteindelijk of het een rustige training wordt of eentje waar ik mezelf een beetje, of een beetje veel push. Door veel vallen en opstaan, honderd keer mijn neus stoten dacht ik wel zo’n beetje door te hebben wanneer het genoeg is en wanneer ik nog even kan moet trainen of juist moet stppen. In de aanloop naar de marathon van Londen dit voorjaar en de Kustmarathon in oktober ging dit heel goed. Bij beide marathons presteerde ik beter dan ik had verwacht. In Valencia, aanstaand weekend, zou ik, blessures daargelaten, een aanval doen op mijn PR van 2h41.
Maar waar ik voor Londen en de Kustmarathon al weken lekker draaide, elke training beter ging dan verwacht en het leek of ik steeds beter in vorm raakte voelt het nu anders. Niet in vorm. Moe. En daarom ook zonder de dosis zelfvertrouwen die me meestal de laatste week ineens overvalt.
Op gevoel trainen betekent voor mij dat ik luister naar heel mijn lichaam. Naar mijn benen die aangeven dat ze uitgerust zijn, mijn hart die geniet van veel en steeds anders trainen maar ook naar mijn hoofd dat zegt dat het op een bepaald moment niet ideaal is om zo hard of zo ver mogelijk te gaan. Meestal gaat dat goed. Maar ik vrees dat ik de afgelopen weken iets te weinig naar mijn hoofd heb geluisterd. Nu ik voorzichtig wat richting de duathlons en triathlons sta ik voor een hele nieuwe uitdaging. Fietsen, zwemmen en lopen zijn alle drie leuk, lijken elkaar tot nu toe te versterken maar ik moet nog leren hoeveel ik van elke drie kan doen zonder teveel van mezelf te vragen. En daar ging het nu ergens mis.
Normaliter train ik tot de dag voor de marathon behoorlijk door. De week van de kustmarathon maakte ik nog ruim 15 zwem-, fiets en loopuur. Maar ik geloof dat wat voor training dan ook me nu in de laatste paar dagen voor de marathon niet beter gaat maken. Anders dan ik gewend ben doe ik deze dagen zo weinig mogelijk. Wat losfietsen, wat wandelen en zaterdag nog een heel klein stukje turiapark. Ik vind het lastig dat ik zo moet zoeken naar de vorm, na alle trainingsarbeid en naast mijn ambitie om zondag een goede tijd te lopen. Maar ik zie het ook als een nieuwe uitdaging. Een uitdaging om vertrouwen te houden. Om er zondag het beste van te maken. Want, zoals Chris zegt, “lastig gaat ook”. Een ultieme test om ‘te lopen op gevoel’.
Sport is een beetje als koorddansen. Zoeken naar de balans. Meestal gaat het goed. Maar af en toe vallen is niet erg. Lesson learned.
Ga gewoon voor lekker lopen! Rust nu prima maar als je niets van jezelf verwacht, kom je vaak tot prachtige prestaties. Heel veel succes, maar nog zo veel meer plezier
Lastig?
Lastig om na dit blog te hebben gelezen een reactie te geven.
Lastig was het niet tijdens de Kustmarathon voor jou.
Lastig voor ons om niet in jou te geloven als atlete die er alles voor doet.
Lastig is voor een bijna Zeeuwse juist een uitdaging toch?
Lastig om het Zeeuws volkslied niet te citeren ‘Ik worstel en kom onder de 2.41’
Succes.
Bedankt Jan. <3!
Succes en kijk gewoon wat het gaat worden anders gewoon lekker genieten de boog kan niet altijd gespannen zijn.
Heel veel succes zet hem op kanjer.
Tja, je blijft leren. Dat maakt het enerzijds mooi maar soms ook ingewikkeld. Wie weet wat de rust deze dagen nog doet. Laat het niet teveel in je hoofd gaan zitten. Veel succes!
Wat een mooie blog, geschreven vanuit je hart.
Probeer morgen ook je hart te laten spreken. Lekker genieten van het prachtige parcours en de vele aanmoedigingen.
You can do it, kanjer!
Xxx