In het voorjaar van 2015 kreeg ik een telefoontje van Dhr. Jan de Wilde uit Goes. Of ik het net opgezette 3Mtiem van de Kustmarathon wilde helpen met hun voeding. En of ik dan zelf wellicht ook de Kustmarathon wilde lopen. Ja heel graag. En nee bedankt.
De Kustmarathon stond voor mij synoniem aan wind (daar houd ik alleen van als ik ga surfen), strand (iets met een handdoekje en veel zon) en heuvels (die doe ik liever op de fiets).
Bij onze eerste kennismaking en training met het 3Mtiem liet Jan me de tegels zien die de winnaars van de Kustmarathon verdienen. Tegels ingemetseld op de dijk bij de finish in Zoutelande. Een eerbetoon aan de in mijn ogen ongelooflijke, voornamelijk Zeeuwse, bikkels. Op datzelfde moment besloot ik dat ik niets liever wilde dan in oktober aan de start staan van de Kustmarathon. Niet eens om heel, heel misschien zelf ook zo’n tegel te bemachtigen maar vooral omdat het voor mij symbool stond aan hoe de marathon leeft in Zeeland en hoeveel respect er is voor de lopers.
Maar een plan maken en het dan ook daadwerkelijk doen zijn twee heel verschillende dingen. Met enige vrees keek ik uit naar 3 oktober. Een marathon in ubersnel en vlak Rotterdam en Amsterdam of zelfs enigszins glooiend Londen was toch echt geen vergelijkingsmateriaal. Ik voelde me serieus opnieuw een debutant. Wiens idee was dit ook alweer.. Dus zocht ik in de tussenliggende maanden alle ‘heuvels’ op in Amsterdam (lees de Nesciobrug en de trappen van NEMO), vroeg ik ervaringsdeskundige (en oud-winnaars) Rik en Ilonka Wolswinkel om advies en reisde ik twee keer naar Zeeland om onder leiding van bovengenoemde Jan en zijn lieve vrouw Annet een stuk van het parkoers te verkennen. Dat laatste stelde me allesbehalve gerust. Trappen in een marathon? 7 km strand? En dan is het 3 oktober en mag je…
De dag zelf was een droom die nog mooier was dan ik had durven dromen. Benen die vanaf de start alleen maar riepen: jippie, lopen kreng (citaat Rob Veer), een spontane haas die me uit de wind hield, onderweg checkte hoe het ging en zelfs even inhield om me weer bij te halen (eeuwig dank dhr Wolswinkel), mijn vader en lief die op de brommert (sorry pap: hele stoer motor 😉 van punt naar punt reden, mijn moeder en schoonvader die zich de longen uit hun lijf schreeuwden en onmisbare Carla die trouw bij elke 5 km een bidon in mijn handen duwde en (zoals van te voren aangeraden werd aan supporters) steevast bleef roepen hoe goed het eruit zag. Ik deed maar even of het waar was.
Van te voren kreeg ik van vrienden te horen dat ik vooral moest genieten. Mooi bedacht dat genieten, maar ik moest wel een f*cking marathon lopen. Dat noem ik doorgaans niet het ultieme genieten. Maar gisteren was dat het wel. Zoveel publiek, zoveel aanmoedigingen, zo’n mooie omgeving en dan ook nog: een tegeltje in de dijk van Zoutelande.
Trots, blij, twee keien, een echte marathonoverwinning, een parkoersrecord en een prachtige ervaring rijker. What more do you want…
Een filmpje van De finish